Gaatjes en vullingen

Een gaatje kan snel ontstaan; als tandplaque niet overal goed wordt verwijderd, krijgen bacteriën de kans om de tand te beschadigen. Als zo’n beschadiging op tijd wordt gedetecteerd (als het alleen het buitenste deel van het glazuur heeft beschadigd), kan nog door goed poetsen en interdentaal reinigen (tussen de tanden en kiezen schoonmaken) het proces worden gestopt (door het inbouwen van fluoride in het glazuur).

Mocht een gaatje niet op tijd worden ontdekt, is het meestal beter waarneembaar. Op zo’n moment, als het gaatje meer richting het tandbeen (ookwel dentine) gaat, kan het proces niet meer vanzelf worden gestopt. Dan is het nodig het gaatje uit te boren en al het aangetaste weefsel te verwijderen.

Het boren van een gaatje kan soms pijnlijk zijn, u krijgt zelf de keuze of u een verdoving wilt. Een gaatje wordt daarna gevuld met composiet, dit is een tandkleurige vulling, en wordt vervolgens uitgehard met UV licht.

Bij kinderen wordt vaak een ander vulmateriaal gebruikt, omdat dit sneller te verwerken is en de melktanden nog gaan wisselen.